ECLI:NL:RBDHA:2025:17262
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen; Polen verantwoordelijk voor behandeling
Op 8 oktober 2024 heeft eiser in Nederland een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 18 februari 2025 niet in behandeling genomen, omdat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Tevens heeft de minister de overdrachtstermijn van eiser aan Polen verlengd wegens onderduiken. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 16 september 2025 geoordeeld dat de minister de asielaanvraag terecht niet in behandeling heeft genomen en dat de verlenging van de overdrachtstermijn gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 26 september 2024 in Polen een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend, wat betekent dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielaanvraag. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat zijn registratie in het Eurodac-systeem onjuist is. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de minister mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, ondanks de zorgen die eiser heeft geuit over de behandeling in Polen. Eiser heeft geen bijzondere omstandigheden aangetoond die de minister zouden verplichten om zijn asielaanvraag onverplicht in behandeling te nemen. De rechtbank heeft de beroepen van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt.